logies

Home     Info      Ligging      Logies      Extra ‘s      Mooie herinneringen      Contact

gezinnen        wandelaars        culinair        bezoeken

Extra ‘s voor de wandelaars en fietsers

Voor de wandelaars:

 

De Pieterkeswandeling

Wandeling door Vechmaal

Afstand ca. 8 km

Niet bewegwijzerd

Vertrek aan de Pieterkeshoeve, Hekslaan 1, 3870 Vechmaal

We stappen de poort uit en slaan dadelijk rechtsaf naar de St. Martinusstraat. Deze volgen we tot aan het eerste wegje naar links. Dit wegje; de Kleinveldjesstraat volgen we een 300m en nemen nu rechts; de Muséestraat. Deze weg loopt naar beneden. We belanden nu aan de Vechmaallaan en steken deze recht over. Wij zijn nu op weg naar ‘Henisdael’ dat op dit wegje aan de rechterkant ligt (na ongeveer 200m). Henisdael was destijds één van de drie heerlijkheden die er in Vechmaal bestonden. We passeren het poortgebouw (dat tevens dienst deed als posthuis) van het voormalige kasteel van ‘Henisdael’ (helaas verdwenen).

Op het einde van de Henisdaelweg nemen we links en volgen een ruilverkavelingsweg tot vlak voor de verkeersweg; de Vechmaallaan. Nu nemen we de ruilverkavelingsweg helemaal rechts. Na 300m bereiken we een viersprong en volgen het verharde aarden pad recht voor ons. Dit pad loopt tussen twee akkers door en zal ons leiden naar de grotten van Henisdael (genoemd naar de vroegere eigenaars). Let ook eens op de bermen van het pad. De kenners zullen veel zeldzame plantensoorten kunnen herkennen.

Na ongeveer 900m op dit pad bereiken we de bekende grotten van Vechmaal. In een grote inzinking (in hoefijzervorm) in het landschap liggen overal ingangen tot deze groeven.Helaas zijn de meeste hiervan (wegens het grote gevaar van instortingen) afgesloten. Het is dus zeker niet raadzaam de grotten op eigen houtje te gaan verkennen ! De Romeinen startten destijds met de ontginning voor de bouw van hun villa’s. De laatste mergel die hier ontgonnen werd, diende voor de bouw van de Tongerse Basiliek (ca. 1820). Tussen 1930 en 1960 waren er wel nog enkele champignonkwekerijen in gevestigd.

Na een eventueel ommetje aan de grotten blijven we het pad (waarop we ons bevonden) volgen richting dorp. We komen nu uit op een verkeersweg; de St. Martinusstraat. We volgen deze tot aan een klein kapelletje aan onze rechterzijde. Op dit kruispunt slaan we linksaf, de Tongersestraat in.

De Tongersestraat is eigenlijk gewoon een verkavelingsweg. Na de enige boerderij aan onze linkerkant gepasseerd te zijn, komen we aan een klein kruispunt dat we recht oversteken. Na het kruispunt nemen we nu de eerste weg naar rechts; de Heurnestraat. Deze leidt ons naar de St. Pieterskapel.

Deze zeer oude kapel is gebouwd op de plaats waar een Romeinse villa stond. In de muren zijn nog resten van Romeinse dakpannen te zien, die mee verwerkt werden tijdens de bouw. De datum 1555 boven de hoofdingang wijst op een restauratie. De meest recente restauratie dateert uit 1989, na klassering door Monumenten en Landschappen. In de kapel bevinden zich een beeld van de heilige Lucia uit de 16de eeuw en een grafzerk uit 1298 van Daniel van Horn (één van de heerlijkheid ‘Horne’). Vroeger kwam men hier op bedevaart, speciaal om keel -en kinderziektes te bestrijden.

Links van de kapel staat een prachtige witte hoeve uitgebaat door Jean-Pierre en Greetje Renson-Claikens. Deze zeer sympathieke mensen van Vechmaal hebben ook een sleutel van de kapel om eventuele bezoekers het interieur van de kapel te laten bezichtigen. Langs deze prachthoeve stond vroeger een kasteel. Het kasteel behoorde toe aan de familie Bellefroid (waarvan het wapenschild nog te zien is boven de poort van de hoeve) en werd helaas door de Duitse bezetters platgebrand tijdens de eerste wereldoorlog.

Verder de Heurnestraat volgend bevindt zich (tegenover de zijgevel van de kapel), een zeer klein steegje, dat we nu gaan volgen.

Het steegje loopt recht naar een enorme witte hoeve met bijhorend kasteeltje en park met een visvijver. De Vlaamse regisseur Harry Kumel filmde hier de buitenopnamen van de film ‘Monsieur Hawarden’, naar de gelijknamige roman van Ph. De Pillecijn. Het kasteeltje en park horen nu toe aan Dhr. en Mevr. Volger-Vantijn, twee kunstenaars uit Nederland.

We volgen nu links; de Heurnestraat. Op het einde van deze straat slaan we rechtsaf en zien we aan de linkerkant Herberg de Horne, ideaal voor een heerlijke tussenstop. Reeds in het midden van de vorige eeuw deed de Horne dienst als herberg en afspanning. De toenmalige benaming was ‘au passage du Jourdain’, vanwege een helaas dichtgemaakt beekje dat voor het huisje kabbelde (nu begrijpen we ook waarom deze straat de Brugstraat is). De Franstalige gasten waanden zich hierdoor, waarschijnlijk na een overdosis alcohol, aan de oevers van de bijbelse Jordaan.

Vanaf 1940 verkrotte het pand volledig tot in 1989 de familie Vanormelingen een begin maakte met de restauratie en de herberg opnieuw opende voor het publiek.

Als we uitgerust zijn, wandelen we weer verder naar rechts en slaan dadelijk weer rechtsaf. Aan onze linkerkant zien we na ca. 100m een prachtig gerestaureerde vierkantshoeve, met aangrenzend herenhuis. Het goed behoorde

in de 19de eeuw toe aan de heer Sleghers, destijds een belangrijk notaris. Nu is het goed terug in al zijn glorie hersteld door de familie Von Balluseck Knight, die het pand in 1998 kochten. In het park dat zich achter het herenhuis bevindt, ligt een Duitse soldaat begraven, die hier omkwam tijdens de eerste wereldoorlog.

Op het einde van de Heurnestraat slaan we rechtsaf en volgen de Hekslaan, om terug te komen waar we vertrokken waren, de Pieterkeshoeve.

 

Voor de fietsers:

- fietsen tegen verhuring


de Monumenten- en Landschapsroute te Vechmaal en Heers
 

Deze fietsroutes leiden u door een typisch “Droog-Haspengouws” landschap. Een heuvelachtig open landschap waar landbouw en fruitteelt hoogtij vieren. Des te opvallender worden de spaarzame bosjes en het regelmatig opduiken van één, twee of drie eeuwenoude eiken- of lindebomen, die temidden van de akkers de tijd trotseerden. Ook holle wegen typeren dit landschap. De talloze, enorm functioneel opgevatte, vierkantshoeven met hun sobere aanblik, werden destijds rondom de dorpskern gebouwd. In elke hoeve onderscheidde men duidelijk 3 hofdelen: het eigenlijke woonhuis, de stallen en de schuur. Men kwam er binnen langs een torenvormige wijde ingangspoort die uitkwam op het binnenplein.
De gemeente Heers wordt in 2 stukken gesneden door de hoofdverkeersweg Luik – St. Truiden. De Monumentenroute bestrijkt 17 km ten noordoosten en de Landschapsroute 24 km ten zuidwesten van deze verkeersweg. Voor wie van langere tochten houdt, is er de mogelijkheid deze routes te combineren. Er wordt voornamelijk over rustige dorps- en verkavelingswegen gefietst.

 

de Monumentenroute
 

Zoals gezegd vertrekt de Monumentenroute in noordoostelijke richting Horpmaal. Ze wordt bewegwijzerd door ronde houten palen met daarop een bruine “M” en een bruine pijl. Rechts gaat het naar het Heerse Bos. Een holle weg langs de bosrand brengt ons op een hoogte waar we een prachtig vergezicht krijgen over hectaren vruchtbaar landbouwgebied. Na enkele verkavelingswegen komen we op een onvervalste kasseienweg. Deze Oude Kassei, een restant van de Romeinse Heirbaan Tongeren – Bavai brengt ons in Horpmaal met links de Hoeve Renwa uit 1626. Ietwat verder aan onze rechter zijde bevindt zich een Romeinse motheuvel en een bron waar de landbouwers hun watertonnen komen vullen. Te midden van de velden komen we een Romeinse Tumulus (grafheuvel) tegen. Na een holle weg komen we in het Vechmaalse gehucht Heurne. Slechts een paar huizen groot, maar in het bezit van de beschermde Sint-Pieterskapel uit de 13de eeuw. Er tegenover, verbonden door een wandelpad, het witgekalkte, in verval geraakte, kasteelcomplex van Sint-Pieters-Heurne uit 1743 en ernaast de Hoeve Renson. Bij het verlaten van dit gehucht komen we voorbij de Herberg “De Horne”, waar de antieke fietsenrekken uitnodigen om in dit pittoresk etablissement te genieten van een drankje op het terras van het café of een culinaire hap in het restaurant. De prachtige tuin is na overleg en een kleine bijdrage te bezichtigen. Bij de fietsenstalling staat ook nog een groot bord met daarop een 8 km niet bewegwijzerde wandeling uitgetekend. Links in de straat voorbij deze herberg bevindt zich een schitterend gerestaureerd kasteel. Doorheen het dorp Vechmaal gaat het nu naar Heks. Hier vinden we één van de mooiste stijlkastelen van België terug. Dit rococokasteel werd in 1770 gebouwd in opdracht van de Prins-Bisschop van Luik, Graaf de Velbrück, en ligt verscholen in een Engels park. De uitzonderlijke rozentuin en de groentetuin zijn vermaard en de respectievelijke open-tuindagen worden dan ook druk bezocht. Het zicht dat ons geboden wordt op het kasteel is in feite dit van de achterkant. Over Gutschoven, waar we op onze weg er na toe nog een Romeinse tumulus waarnemen, gaat het naar Mettekoven. Hier werd een grote vierkantshoeve tot taverne omgebouwd. Via Klein-Gelmen naar Veulen waar we rechts van ons het classicistisch 18de eeuws kasteel zien. Ietwat verder treffen we het laatgotische en renaissancistische kasteel van Heers aan. Opvallend is het gebruik van speklagen, een afwisseling van rode baksteen en mergelbanden. Minder fraai zijn de sterk in verval geraakte stallen van de achtergelegen hoeve

de Landschapsroute

De landschapsroute, die op dezelfde manier bewegwijzerd wordt als de Monumentenroute maar dan met een groene “L” en een groene pijl, steekt de steenweg Luik – St-Truiden over om vervolgens zijn weg te zoeken doorheen tal van holle wegen die hun ontstaan danken aan natuurlijke afwatering en tred. Met tred wordt verstaan dat door steeds dezelfde weg te gebruiken, de plantengroei verdween en waardoor de erosie meer mogelijkheden kreeg. Hetgeen dan weer versterkt werd door het loswoelen van de aarde door karrenwielen. Via Opheers kom ik in Batsheers. Bij de eerste huizen brengt een betonweggetje mij bij het beschermde éénbeukige classicistische Sint-Stefanuskerkje. Met hooguit 80 zitplaatsen is dit het kleinste kerkje van Groot-Heers. Voorbij Rukkelingen-loon merken we aan onze rechterzijde het Hornebos op waar 30m lager de bronnen van de Herk liggen. Een holle weg brengt ons naar boven en uit dit prachtig valleitje. Rechts aanhoudend duiken we een andere holle weg in, doorheen het Sterbos naar Mechelen-Bovelingen. Hier gaat het naar links voorbij de overblijfselen van het kasteel de Borchgrave d’Altena. Wat u ziet zijn de dienstgebouwen en de 18de en 19de eeuwse hoeve. Het eigenlijke kasteel brandde in 1948 af en werd in 1960 volledig gesloopt. Net voor Gelinden, waar we naar rechts afslaan, ligt het geologisch (aardgeschiedenis) en paleontologisch (versteende levensvormen) waardevolle natuurreservaat “Egoven” in de vallei van de Herk, dat men kan bezichtigen via een uitgestippelde wandeling. Een steile holle verkavelingsweg brengt ons in het even waardevolle natuurreservaat Overbroek. Hier werden zowel planten- als zeefossielen teruggevonden, dat erop wijst dat Heers miljoenen jaren geleden in het tijdperk het Heersiaan (een onderdeel van de periode die men het Paleoceen noemt) aan de kust gelegen was. Hierdoor treft men in onze holle weg, die omgeven wordt door kalkrijke mergelbodems een aantal voor Vlaanderen zeer zeldzame planten- en diersoorten aan. Waaronder 3 orchideeën, de wijngaardslak en enkele zeldzame vogelsoorten, om er enkele te vernoemen. Bij mijn fietstocht in oktober nam ik op het ganse traject vooral vele fazanten en verscheidene spechten waar. Enkele kilometers verder sta ik terug in Heers.

Beoordeling: De benamingen van de fietsroutes geven duidelijk weer waar het zwaartepunt van de route ligt. Voor de één zijn het vooral de monumenten die het hem doen, waar de andere het moet hebben van het landschap, waaronder de natuurreservaten, de holle wegen en de vallei van de Herk. De 41 km (17 + 24 km) zijn niet te onderschatten vanwege het heuvelachtige karakter van de streek. Een holle weg gaat steeds gepaard met een klim of een afdaling. Maar dit mag geen verlet zijn om dit stukje Vlaanderen eens van naderbij te bekijken. De combinatie van beide routes geeft een variatierijke tocht zowel qua natuur als landelijke architectuur.

Plannetjes en kaarten zijn ter plaatse te bekomen.

de Heerlijkhedenroute: 62 km

Na de Romeinse overheersing onderging Zuid-limburg de Frankische staatsorganisatie die onze gewesten in gouwen en graafschappen verdeelde. Vandaar de naam Haspengouw (pagus Hasbania). Vanaf 718 behoorde deze streek tot het Prins-bisschopdom Luik, dat afhankelijk was van de keizer van het Heilig Romaanse Rijk, kortweg
het Duitse Rijk genoemd. In de 10
e Eeuw verlieten de Graven Van Hufte, wier gebied zich uitstrekte van Engelmanshoven tot Maaseik, hun vrij ongeschikte residentie aan de Maasoever en vestigden zich in Loon. Vanaf de 11e Eeuw werden zij de graven van Loon genoemd en kenden ze hevige tegenstand van het Hertogdom Brabant en het Prins-bisschopdom Luik.Voor het verdedigen van het grondgebied werd het grondgebied onderverdeeld in domeinen die aan de strijders werden afgestaan als beneficia. Deze groeiden in de 11e Eeuw uit tot Heerlijkheden. De belangrijkste Heerlijkheden rond Tongeren waren zeker die van de Heren van Hamal met vertakkingen naar Genoelselderen en Elderen. Deze werden gesteund door de Graven van Leuven. Een andere machtige familie waren de Heren van Hinnisdael met de Heerlijkheden Hinnisdael, Horne en Vechmaal, met steun van de graven van Loon. Vandaar dat ik gekozen heb voor de naam Heerlijkhedenroute. Beide families hadden gedurende 5 à 6 eeuwen een grote betekenis in het streekgebeuren.

Deze themaroute op het Haspengouwse fietsroutenetwerk vormt in feite 2 lussen vanuit Tongeren. Ten oostelijke lus noem ik de Hamalroute, omdat vanaf de 11e Eeuw het leven in de omgeving van deze historische stad vooral in dienst stond van deze familie en hun kasteel. Op deze route krijgt men zowel vanuit het oosten, het noorden als het westen een prachtig panorama over de streek met de 64 m hoge basiliektoren als blikvanger. Ten westen van Tongeren vinden we de Hinnisdaelroute, terugvallend op een ander machtig familiegeslacht uit de 11e E dat eeuwenlang de toon aangaf in de streek rond Vechmaal.
Beide routes liggen gedeeltelijk op het ten noorden gelegen vochtig Haspengouw en het ten zuiden gelegen droog Haspengouw. Open velden met graanakkers en suikerbietenvelden, kleine geconcentreerde dorpskernen in één of andere beekvallei zijn typische eigenschappen voor droog Haspengouw. Populieren, boomgaarden, laagstamplantages en sterk ontwikkelde bebouwing langs de uitvalswegen kenmerken dan weer vochtig Haspengouw. De routes beperken zich niet enkel tot het grondgebied van Tongeren, doch treden verscheidene keren even buiten haar grenzen.